Wanneer je je bloeddruk laat meten, krijgt je twee getallen, een boven- en een ondergetal.
● Systolische bloeddruk. Dit is het eerste en hoogste, het bovengetal. . Dit is het hoogste niveau dat je bloeddruk bereikt wanneer je hart klopt en bloed door het lichaam stuwt. Een bovendruk van 120 of lager is een ideale bloeddruk. Hiermee heb je het minste risico op hart- en vaatziekten.
● Diastolische bloeddruk. Het tweede getal, of onderste getal, is het laagste niveau dat je bloeddruk bereikt wanneer je hart zich ontspant tussen twee slagen.
Bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeters kwik (mmHg), omdat in ouderwetse bloeddrukmeters de druk werd gemeten door middel van een kwikkolom. Als het eerste getal 120 is en het tweede getal 80, zou dit worden geschreven als 120/80 mmHg, en zou je het '120 over 80' noemen.