Zwarte komijn is de algemene naam voor de zaden van de plant Nigella sativa, die groeit in Zuid-Europa, het Midden-Oosten en Zuidwest-Azië. Het is ook bekend als nigella, zwarte komijn, venkelbloem, zwarte karwij, zwarte zaad, zwartzaad, black seed en Romeinse koriander. Het zaad is afkomstig van een eenjarige plant van de ranonkelfamilie (Ranunculaceae), die wordt gekweekt om zijn scherpe zaden. Deze zaden worden gebruikt als specerij en in de kruidengeneeskunde. De plant wordt bijna een meter hoog en heeft een piekerig gebladerte, kleine lichtgekleurde bloemen en vruchtdozen gevuld met zaden.
Deze zaden, ongeveer zo groot als karwijzaadjes, bevatten een aantal werkzame stoffen. De zaden hebben een geur die lijkt op dat van venkel en hebben een prikkelende smaak die enigszins lijkt op die van nootmuskaat, hoewel de plant aan geen van beide verwant is. De zaden worden gewoonlijk geroosterd en gemalen als specerij en worden veel gebruikt in India, het Midden-Oosten en delen van Noord-Afrika om curry's, rijst, brood en zoet gebak op smaak te brengen. De plant wordt soms als sierplant gekweekt vanwege de aantrekkelijke bloemen en is nauw verwant aan het juffertje-in-het-groen (Nigella damascena), een vaak voorkomende sierplant.